Wanneer er tussenin toch nog ontlasting komt, probeer dan de gebruikte hoeveelheid water te wijzigen.

Vermeerder of verminder ze, maar gebruik nooit meer dan één liter. Denk even na of u de laatste dagen de gewone hoeveelheid stoelgang irrigeerde. Indien die hoeveelheid stoelgang minder was, is het normaal dat u later op de dag nog wat ontlasting krijgt. Enkele nuttige wenken bij het spoelen

1. Probeer steeds te irrigeren binnen dezelfde tijdspanne van 2 à 3 uur van de dag. Doe het op het ogenblik dat u zich kunt ontspannen en wanneer u weet dat u niet zult gestoord worden. Liefst zo dicht mogelijk bij het tijdstip waarop u vóór uw operatie gewoonlijk naar het toilet ging.

2. Indien u er voor uw operatie bepaalde gewoonten op na hield vooraleer u het gevoel kreeg dat u naar het toilet moest (bvb: een kopje koffie drinken, de krant lezen, een sigaret roken, uw ontbijt nemen, etc.) is het geraden deze routine te behouden.

3. Wanneer u vaststelt dat u elke dag maar weinig stoelgang bij het spoelen verwijdert, dan kunt u de irrigatie gerust om de 2 dagen uitvoeren.

4. Bij buikloop moet u de irrigatie stoppen tot uw stoelgang weer gebonden is. U zult er dan toch niet in slagen het uitstoten van stoelgang te regelen. Raadpleeg uw arts, wanneer dat enige dagen aanhoudt, om de ontlasting eerst opnieuw te normaliseren.

5. Zorg dat u altijd enkele ileostoma opvangzakjes bij de hand hebt. Deze zijn zeer handig bij buikloop, want zij kunnen onderaan open zodat u ze kunt laten leeglopen en u niet om de haverklap een nieuw zakje moet aanbrengen.

6. Neem op reis steeds een klerenhanger in ijzerdraad mee zodat u iets bij hebt waarmee u de waterzak op schouderhoogte kunt hangen. Wees altijd voorzichtig met het gebruik van water in vreemde landen. Wanneer men het mag drinken, kunt u het ook voor uw irrigatie gebruiken. Wees niet verwonderd wanneer u op reis wat meer en wat onregelmatiger verliest dan thuis of kleine probleempjes moet oplossen (buikloop, moeilijker inlopen van het water, lekken, etc.). De ongewone omgeving en uw gemoedsstemming kunnen de irrigatie beïnvloeden. U kunt dan eventueel ertoe besluiten een tijdje de spoeling te stoppen.

7. Met open mond diep adem halen terwijl u het water laat indruppelen zal u helpen meer water in de dikke darm te krijgen met minder krampen. U zult zich daardoor ontspannen voelen en de watertoevoer zal vergemakkelijken.

8. Wanneer u braakneigingen of krampen krijgt, of ijl in het hoofd en draaierig wordt, betekent dat gewoon dat het water te snel in de darm vloeit, te koud is of dat er reeds te veel ingebracht werd.

9. Denk er aan: pas na vier weken spoelen verliest u normaal geen stoelgang meer. Tijdens de inloopperiode moet u uiteraard een stomazakje dragen.

10. Hartlijders moeten hier extra voorzichtig zijn. Raadpleeg eerst uw dokter alvorens met spoelen aan te vangen.