Een erg vervelende en dagelijkse ergerlijke ervaring bij stomadragers is de gasvorming in de darmen die het opvangzakje tot een ballonnetje opblaast en bij het ontsnappen in het zakje soms borrelende geluidjes maakt. Het is natuurlijk niet pijnlijk en zonder geurverspreiding, maar de flatusgeluidjes geven u een onnodig schaamtegevoel.

Het opblazen van het zakje maakt onder uw kledij een duidelijk zichtbare uitstulping, die u hindert bij het bewegen. Veel erger is natuurlijk dat bij heel wat stomadragers de schrik ontstaat dat zo’n opgeblazen zakje wel eens zou kunnen loskomen of springen. Dat gevaar is zeker niet denkbeeldig. Reeds heel wat systemen zijn uitgedacht om dat vervelende probleem aan te pakken.

Ziehier een overzicht:

1- Een gaatje prikken in het opvangzakje. Uit pure wanhoop gaat men in het plastic opvangzakje soms met een naald een gaatje prikken zodat het gas (maar ook de geurtjes) kunnen ontsnappen. Dat systeem werkt goed voor de gasverwijdering, maar het vernietigt de zekere lucht- en geurdichtheid waaraan de firma zoveel zorg, studie en geld besteedde. Zodra men de zakjes doorboort, krijgt men immers geurhinder en klevertjes kunnen dit niet blijvend voorkomen. Daarom is dit voor gevoelige neuzen af te raden.

2- Een soort dieet volgen Heel wat lotgenoten hopen door het zich opleggen van een dieet de gasvorming te voorkomen. Vooral windvormend voedsel wordt streng uit hun menu geweerd. Maar welk voedsel geeft geen enkele gasvorming. Heel dikwijls volstaat het samenbrengen van twee eetwaren of het drinken van zelfs gewoon water om de gasfabriek op hoge toeren te brengen. Meer nog, ook het zo weinig mogelijk eten is geen oplossing, want precies dat geeft meer gasvorming om de darmen open te houden. Trouwens het leven is veel te kort om zich nu nog onnodig allerlei beperkingen op te leggen. Eet daarom met mate wat u lekker vindt. Het eten van magere yoghurt zal de gasvorming ietwat verminderen

3- Het gebruik van kooltabletten Sommige stomadragers kregen de raad om in hun opvangzakje gasopslorpende kooltabletten te stoppen. Het zou volstaan om telkens men het zakje ververst er een drietal dergelijke pastilles in te stoppen om geen ballonvorming te krijgen. Het geeft weinig resultaat (?) en die methode is ook niet de goedkoopste. Soms voelen de tabletten erg hinderlijk aan op de huid. Ook hier is het voor iemand met een ileostoma een minder goed systeem omdat hij bij het ledigen van zijn zakje meteen ook de kooltabletten in het toilet ziet verdwijnen. Trouwens, de lopende stoelgang doordrenkt onmiddellijk de kooltabletten zodat die meteen hun gasopslorpende capaciteit verliezen.

4- De filter Het is nogal normaal dat ook de firma’s voor stomaproducten onder aansporing van hun klanten voor dat irriterende probleem een oplossing hebben gezocht en gevonden. Sedert enkele decennia stoppen ze nu in zowat alle opvangzakjes een al of niet ingebouwde geurfilter die het gas moet doorlaten, maar de geuren neutraliseert. Dat werkt uitstekend bij colostomapatiënten, maar bij een ileostoma met vloeibare stoelgang raakte de geurfilter snel verstopt zodat de ballonvorming toch weer begon. Nu heeft men deze filter afgeschermd met “goretex”, een stof die lucht doorlaat, maar geen vocht (ook veel in gebruik in sportkledij of regenjassen). Tijdens het baden, douchen of zwemmen moet men deze filter natuurlijk tijdelijk afplakken met kleefband of bijgevoegd kapje. Het ontwikkelen van deze filters hebben de firma’s al heel wat geld gekost en heel wat kopzorgen bezorgd, maar het resultaat geeft eindelijk voldoening.